Nieuws | 2017
adfisc

Hybride bedrijfswagen : wat wijzigt er na 01/01/2018 ?

Eén van de maatregelen van het plan tot hervorming van de vennootschapsbelasting betreft de aanpassing van de aftrekbaarheid van “nep” hybride wagens. Deze wagens worden minder fiscaal aantrekkelijk.

De Ministerraad van 25 oktober 2017 heeft de wetsontwerptekst in eerste lezing goedgekeurd.

Hybride bedrijfswagens zijn omwille van 2 redenen fiscaal voordelig:

  • hoge fiscale aftrekbaarheid voor de vennootschap,

  • laag belastbaar voordeel voor de bestuurder.

Deze gunstige fiscaliteit is een gevolg van de lage CO2 labels die de hybride wagens hebben.

Fiscaal statuut van de hybride wagen in de vennootschap

Het is momenteel zo dat wanneer de CO2 uitstoot beneden de 60g/km ligt, de aankoopprijs volledig afschrijfbaar is. Dit betekent dat de afschrijvingen voor 100% aanvaard worden als kost en niet hoeven beperkt te worden. Ook de kosten van onderhoud, verzekering, zijn voor 100% aftrekbaar. De brandstofkost, in dat geval elektriciteit + diesel of benzine, is voor 75% aftrekbaar. Deze brandstofkosten zullen vanaf 1/1/2020 slechts aftrekbaar worden i.f.v. de CO2-uitstoot.

Het goeie nieuws is dat de gewone hybrides buiten schot blijven. Enkel de bedrijfswagens met plug-in-hybrideaandrijving worden geviseerd.

Voor deze plug-in hybride wagens wil de regering vanaf 2020 de fiscale aftrekbaarheid laten afhangen van de energiecapaciteit van de batterij en van het gewicht van de wagen. De aftrekbaarheid van de klassieke hybride blijft gebaseerd op de CO2 van de hybride.

De batterij van de plug-in hybride zal minstens 0,6 kWh per 100 kg voertuiggewicht moeten leveren om fiscaal gunstig te zijn. Voor een wagen die 1,5 ton weegt moet de batterij dus minstens 9 kilowattuur stroom kunnen opslaan.

Ligt de energiecapaciteit van de batterij hoger of gelijk aan 0,6 kWh per 100kg voertuiggewicht zal de CO2-uitstoot tellen van de hybride versie. Wordt deze norm niet gehaald dan dient vertrokken te worden van de CO2-uitstoot van de wagen met verbrandingsmotor waarop de plug-in is gebaseerd (de niet-hybride versie). Ook hier wordt opnieuw de nieuwe formule gehanteerd.

O.a. de Porsche Cayenne, Toyota C-HR en Auris, de BMW 2-reeks, Volvo V60 blijken een te zwakke batterij te hebben.

Volgens de laatste berichten zouden de plug-in hybrides die vanaf 01/01/2018 besteld worden in 2020 al geconfronteerd worden met deze nieuwe fiscaliteit.

Voor hybride wagens besteld voor 01/01/2018 blijven de CO2 waarde gelden van de hybride versie, zelfs na 1/1/2020.

Voordeel alle aard privé gebruik

Persoonlijk zal u nog steeds belast worden op een voordeel alle aard voor het gratis privé gebruik van de wagen. Dit voordeel wordt berekend op basis van de cataloguswaarde en de CO2-uitstoot. Hybride auto’s hebben normaal gezien een lagere CO2-uitstoot, maar hebben meestal ook een hogere aanschafwaarde (cataloguswaarde), waardoor een berekening van het voordeel alle aard zeker interessant kan zijn bij het vergelijken van verschillende wagens.

Voor de berekening van het voordeel alle aard voor het privé-gebruik van hybride wagens aangekocht vanaf 01/01/2018 zal men vanaf 01/01/2020 dezelfde CO2 waardebepaling hanteren als bij de bepaling van de aftrekbaarheid in de vennootschapsbelasting (in functie van batterijcapaciteit).

De door de Ministerraad goedgekeurde wetsontwerptekst is nu voor advies naar de Raad van State gegaan die 30 dagen de tijd heeft om haar opmerkingen te geven. Daarna volgt een tweede lezing en kan de tekst naar de Kamer om eventueel gestemd te worden. Pas na publicatie in het Belgisch Staatblad, vermoedelijk eind december 2017, kan de hervorming in werking treden, op 01/01/2018 dus.

Heeft u verdere vragen, contacteer ons gerust !

Terug

adfisc


Afschaffing btw-voorschotten voor kwartaalindieners vanaf 1 april 2017

Ter vereenvoudiging van de btw-wetgeving vervalt vanaf 1 april 2017 de verplichte betaling van voorschotten voor kwartaalindieners van btw-aangiften. In principe zullen in februari en maart 2017 de laatste kwartaalvoorschotten betaald zijn. De belastingplichtige heeft uiteraard nog altijd de keuze om de voorschotten wel verder te betalen. Deze zullen altijd worden afgetrokken van het finale kwartaalsaldo.

Om de maand- en kwartaalindieners identiek te behandelen, zal de kwartaalindiener uiterlijk op 24 december van elk kalenderjaar een voorschot moeten betalen op de verschuldigde btw voor de handelingen van het vierde kwartaal van ieder jaar. Het zogenaamde “decembervoorschot”. Voor de maandaangevers verandert er niets.

Terug

adfisc

adfisc