Nieuws | Archief

22 11 2013 | Advocaten worden BTW-plichtig

Het is er dan toch van gekomen: vanaf 1 januari 2014 wordt u als advocaat btw-plichtig!

Het BTW-principe is vrij eenvoudig. U rekent 21% btw aan op de erelonen, en in ruil daarvoor kan u ook op de meeste beroepskosten, de btw recupereren. De BTW-aftrek is beperkt tot het professioneel gebruikt deel van de kost of investering enerzijds. Anderzijds zijn er enkele uitzonderingen op de algemene btw-aftrek (restaurantkosten, personenwagens, relatiegeschenken, kosten van onthaal…).

De BTW-plicht zorgt uiteraard voor bijkomend papierwerk. Wij sommen voor u de voornaamste BTW-verplichtingen op en lichten summier toe:

  • Identificatie BTW-doeleinden: de advocaat dient zich voor BTW-doeleinden te laten identificeren via een document 604A bij het BTW-controlekantoor waaronder hij ressorteert.

  • Gebruik van het BTW-identificatienummer: de advocaten dienen hun BTW-nummer mee te delen aan hun leveranciers en klanten. Het nummer moet bovendien vermeld worden op alle contracten, facturen, bestelbons, verzendingsnota’s en andere stukken.

  • Periodieke BTW-aangifte: de advocaten dienen maandelijks of per kwartaal een aangifte in te dienen uiterlijk de 20e dag volgend op het tijdvak waarop de aangifte betrekking heeft.

  • Facturatie: de advocaat is ertoe gehouden een factuur uit te reiken uiterlijk de 15de dag van de maand waarin de belasting opeisbaar is geworden.

  • Belastingen verschuldigd: als dienstverrichter is de advocaat gehouden om de BTW te betalen aan de schatkist.

  • Boekhouding: Om de BTW te kunnen toepassen en controleren dienen de advocaten een boekhouding te voeren. Minimaal dient een boek voor inkomende en uitgaande facturen gehouden te worden. Bovendien moet de advocaat een dagboek voor ontvangsten bijhouden voor alle handelingen waarvoor geen factuur werd uitgereikt.

  • Voldoening van de belasting: naast de periodieke verschuldigde BTW dienen kwartaalindieners tevens een voorschot door te storten uiterlijk de 20ste dag van de tweede en de derde maand van ieder kalenderkwartaal. Maandaangevers dienen uiterlijk op 24 december een voorschot te betalen op de belasting die verschuldigd is over de handelingen van de maand december.

  • Klantenlisting: de advocaten zijn er toegehouden om jaarlijks, uiterlijk op 31 maart, een opgave in te dienen van de BTW-belastingplichtige afnemers.

  • Opgave van de IC-handelingen: de advocaten moeten eventueel een opgave van de IC-handelingen indienen. Dit is het geval wanneer zij diensten verrichten voor een BTW-belastingplichtige uit een andere EU-lidstaat.

Als erkend accountantskantoor zijn wij vertrouwd met de BTW-wetgeving en staan wij u als advocaat graag bij in dit ganse proces.

(Bron: Circulaire E.T. nr. 124.411 dd. 20/11/2013)

Terug

adfisc


18 11 2013 | Interne vereffening

Gezien de wetswijziging waarin de liquidatiebelasting stijgt van 10% naar 25% is over deze materie de laatste tijd heel wat inkt gevloeid. Tijd om alles even op een rijtje te zetten.

Vanaf 1 oktober 2014 worden de reserves - uitgekeerd nav een vereffening van uw vennootschap belast aan 25%, waar dit vroeger 10% was. Om de toestroom aan liquidaties op korte termijn te beperken heeft de belastingadministratie een overgangsregeling ingevoerd waarbij éénieder de mogelijkheid heeft om hun “oude” belaste reserves uit te keren met toepassing van het laag tarief van 10% zonder dat men daarvoor in vereffening moet gaan. Men dient hiervoor een dividend uit te keren, 10% roerende voorheffing door te storten en het netto-dividend in te corporeren in kapitaal. Na een wachtperiode van 4(KMO’s) of 8 jaar kan dit gedeelte van het kapitaal zonder belasting worden uitgekeerd. Men dient niet te wachten tot liquidatie vooraleer over de centen te beschikken.

Voor vennootschappen die hun boekhouding per kalenderjaar voeren, geldt deze overgangsregeling slechts tot eind 2013. De uitkering van de dividenden dient door een bijzondere algemene vergadering te gebeuren vóór 31 december 2013, de roerende voorheffing dient ten laatste op 15 januari 2014 op de rekening van de schatkist te staan en de inbreng en kapitaalsverhoging moeten worden geformaliseerd door de notaris tegen uiterlijk 31 maart 2014.

Deze deadlines in acht genomen wordt bij Adfisc elk dossier gescreend op een mogelijke interne vereffening. Wanneer uw dossier in aanmerking komt wordt u persoonlijk verwittigd. Na uw goedkeuring handelen wij uw dossier af in samenwerking met de revisor en/of notaris.

(Bron: Persbericht Minister van Financiën dd 14/11/2013)

Terug

adfisc


08 11 2013 | Belastbaarheid van voordelen van alle aard

In een recente circulaire bevestigt de belastingadministratie de taxatie van een voordeel alle aard bij de bedrijfsleider wanneer een vennootschap een wagen ter beschikking stelt aan de echtgenote van de bedrijfsleider zonder dat enige professionele band bestaat tussen de echtgenote en de vennootschap.

Een dergelijke taxatie is cf de circulaire enkel mogelijk wanneer de bedrijfsleider toch een rechtstreeks of onrechtstreeks persoonlijk voordeel heeft verkregen. Dit principe wordt veralgemeend tot alle voordelen van alle aard toegekend aan iedere derde persoon (zoon, dochter, …), maar die eveneens rechtstreeks of onrechtstreeks een voordeel opleveren aan de bedrijfsleider.

(Bron: Circulaire nr. Ci.RH.241/621.406 (AAFisc nr. 44/2013) dd 05/11/2013)

Terug

adfisc


23 07 2013 | Dienstencheques voor en na 1 juli 2013

Op fiscaal vlak is de aankoop van dienstencheques in 2013 minder voordelig dan vorig jaar.

  • Voor inkomstenjaar 2013 heeft u recht op een belastingsvermindering van 30% op het bedrag dat u voor de dienstencheques betaalt.
  • Voor uitgaven gedaan vóór 1 juli 2013, is het aftrekbaar bedrag beperkt tot € 2.720 (aanslagjaar 2014, inkomsten 2013).
  • Vanaf 1 juli 2013 is het aftrekbaar bedrag beperkt tot € 1.380 per persoon en per jaar.

Voorbeeld 1

Indien u voor 1 juli 2013, 900 euro aan dienstencheques heeft uitgegeven, moet u rekening houden met het plafond van 1.380 euro. Hierdoor kunt u dus na 1 juli nog maar 480 euro aan fiscaal aftrekbare dienstencheques aanschaffen.

Voorbeeld 2

Indien u voor 1 juli 2013, 2.600 euro aan dienstencheques heeft uitgegeven, moet u ook rekening houden met het plafond van 1.380 euro maar hierop is er een uitzondering. De dienstencheques die u reeds hebt aangeschaft (2.600 euro) zullen volledig als belastingsvermindering worden aanzien, maar de dienstencheques die u vanaf 1 juli aankoopt zullen niet meer fiscaal aftrekbaar zijn.

(Bron : http://www.dienstencheques-rva.be/nl_particulier_fiscale_voordelen.asp)

Terug

adfisc


27 06 2013 | Soorten kledijkosten

Belastingsambtenaren hebben in de praktijk de voorkeur om kledijkosten die in de kosten van de vennootschap vervat zitten, te belasten in de personenbelasting via een voordeel alle aard.

  • Niet-beroepsmatig kledij: deze kledijkosten leiden tot een voordeel van alle aard. Deze worden bijgevolg belast in de personenbelasting en zijn in de vennootschap 100% aftrekbaar. Deze kosten kunnen ook geregeld worden op de rekening-courant van de persoon in kwestie.
  • Niet-specifieke beroepskledij: deze kledijkosten zijn volgens artikel 53,7° WIB92 niet aftrekbaar in de vennootschap. Deze kledij geven geen aanleiding tot een te belasten voordeel alle aard, ze worden in de vennootschap opgenomen in de verworpen uitgaven. (bv: kostuum)
  • Specifieke beroepskledij: deze kosten zijn voor 100% aftrekbaar. (bv: veiligheidsschoenen in de bouw)

(Bron : PV nr. 102 Mevr. Claes dd. 29/04/2008)

Terug

adfisc


26 04 2013 | Overzicht van wel of geen fiscaal misbruik

De administratie heeft 2 lijsten gepubliceerd over fiscaal misbruik. Hierna een korte samenvatting van deze lijsten.

Geen fiscaal misbruik

  • Schenking d.m.v. handgift of bankgift.
  • Schenking voor een buitenlandse notaris.
  • Gefaseerde schenking van onroerende goederen met een tussenperiode van meer dan 3 jaar.
  • Schenking onder last en schenking onder ontbindende voorwaarde.
  • Schenking door grootouders aan kinderen en kleinkinderen.
  • Schenking met voorbehoud van vruchtgebruik of ander levenslang recht.
  • Schenking waarop een verlaagd registratierecht voor schenkingen van toepassing is.
  • Schenking die een in het wetboek registratierechten voorziene vrijstelling geniet.
  • Tontine- en aanwasclausules.
  • Testament met maximale benutting van gunstregimes.
  • Testament met zgn. ‘generation skipping’.
  • Kinderloos vrijgezel testament waarin men de nog in leven zijnde ouders als algemene legataris aanstelt.
  • Duo-legaat, voor zover dit na verrekening van de last, resulteert in een substantieel voordeel voor de bevoordeelde vereniging.
Deze handelingen worden elk apart niet aanzien als fiscaal misbruik, maar als deze handelingen deel uitmaken van een gecombineerde constructie kan dit wel als fiscaal misbruik worden aanzien.

Wel fiscaal misbruik, tenzij de belastingsplichtige aantoont dat de keuze van de rechtshandeling of het geheel van de rechtshandelingen verantwoord is door andere dan fiscale motieven
  • In het huwelijkscontract opgenomen eenzijdige verblijvingsbedingen of bedingen van ongelijke verdeling van de huwelijksgemeenschap, waarbij geen overlevingsvoorwaarde is voorzien. Bv sterfhuisclausule.
  • Erfpachtconstructies: een gesplitste aankoop van een onroerend goed door gelieerde vennootschappen.
  • Inbreng door één echtgenoot van eigen goederen in de huwelijksgemeenschap, gevolgd door een schenking door beide echtgenoten samen, voor zover er sprake is van ‘eenheid van opzet’.
  • Uitbreng uit de huwelijksgemeenschap van roerende goederen, gevolgd door een wederzijdse schenking tussen echtgenoten, meestal onder de ontbindende voorwaarde voor de schenking gedaan aan de eerst stervende echtgenoot.
  • Ik – opa testament.

(Bron : Circulaire nr. 8/2012 dd. 19/07/2012)

(Bron : Beslissing bl. nr. EE/98.937 dd. 19/04/2013)

Terug

adfisc


05 03 2013 | btw op firmawagens

Oude regeling

Sinds 1/1/2011 gelden de volgende regels voor de bedrijfsmiddelen voor gemengd gebruik (+diensten en leveringen mbt die bedrijfsmiddelen) :

  • Btw-aftrek onmiddellijk beperken tot beroepsgebruik (art. 45 § 1 quinquies W btw)
  • Geen btw meer op VAA (art. 19 § 1 W BTW)
  • Bij verkoop bedrijfspersonenwagen slechts op de helft van de maatstaf van heffing btw verschuldigd
Nieuwe regeling

Vanaf 01/01/2013 zijn er 3 methodes om het percentage van de btw aftrek te bepalen.

1. Rittenadministratie

Men dient per beroepsmatige rit de volgende gegevens bij te houden:

  • Datum
  • Begin-en eindadres
  • Aantal kilometers per rit
  • Totale kilometers per dag
  • Kilometerstand bij het begin en einde belastbaar tijdperk

De gedane kilometers die afgelegd worden tussen de woonplaats en de werkplaats zijn privé-kilometers.

Er kan ook gewerkt worden met een globaal gemiddeld aftrekpercentage: dit dient toegepast worden op alle vervoermiddelen van dezelfde aard (dus afzonderlijk voor personenwagens en lichte vracht). Hiervoor dient eerst het beroepspercentage bepaald te worden voor elk afzonderlijk voertuig. Daarna worden deze aftrekpercentages opgeteld om dan te delen door het aantal voertuigen.

2. Forfaitaire bepaling privé-km's op basis van het werkelijk gebruik

% privégebruik :

afstand woon-werk x 2 x 200 Forfaitaire werkdagen+ 6000 Forfait overig privégebruik
Totaal aantal km

% beroepsgebruik : 100% - % privégebruik

(bij ingebruikname in de loop van het jaar => 200 werkdagen + 6000 Forfait prorateren)

3. Algemeen forfait van 35 %

Om deze methode toe te passen moet men over minstens 4 vervoermiddelen beschikken binnen het bedrijf. Deze keuze is geldig voor een periode van 4 jaar en geldt daarenboven voor elke wagen binnen de vennootschap. Deze methode kan niet gecombineerd worden met de andere 2 methodes.

Terbeschikkingstelling van firmawagen tegen vergoeding

Indien een wagen terbeschikking gesteld wordt aan een werknemer tegen een vergoeding wordt dit gelijk gesteld met verhuur. Hierdoor wordt de recht op aftrek op alle kosten beperkt tot 50% en zijn de voorgaande 3 regels niet van toepassing.

Het beroepsgebruik mag echter niet lager liggen dan 50%. Indien het beroepsgebruik lager ligt, moet de werkgever btw doorstorten op de “normale waarde”.

De normale waarde wordt als het volgt bepaald:

Aankoop wagen:
Normale Waarde = (aankoopprijs / 5 + kosten) x (50% - %beroepsgebruik)

Huur voertuig:
Normale Waarde = (huurprijs + kosten) x (50% -%beroepsgebruik)

Het beroepsgebruik mag vastgelegd worden aan de hand van één van de vorige drie methodes.

Overgangsregeling

Voor het jaar 2012 en 2011 mogen de oude regels nog toegepast worden van vóór 2011. Dit gaat meerbepaald over de 50% btw aftrek en het herzien van de btw op de voordelen van alle aard.

(Bron: Beslissing btw nr. E.T. 119.650/3 dd. 11.12.2012)

Terug

adfisc


12 02 2013 | Opeisbaarheid btw

Vanaf 1 januari 2013 worden de regels inzake opeisbaarheid van btw aangepast.

De btw wordt pas opeisbaar op het moment waarop de levering of dienst wordt verricht of voltooid. Indien er vooraf een betaling wordt ontvangen (een voorschot), zal de btw opeisbaar worden bij de betaling van dit voorschot. Dit betekent dat de factuur voor het voorschot moet opgemaakt worden voor de 15de van de maand volgend op het belastbaar feit, zijnde de betaling van het voorschot.

Indien u een "betalingsuitnodiging" opstuurt aan de klant met daarop het te betalen bedrag zonder de vermelding van het btw-tarief, btw-tarief of "btw inclusief" is de btw niet opeisbaar. Indien u eventueel wel het btw-tarief, btw-bedrag of "btw inclusief" vermeldt, wordt dit document aanzien als een factuur en is de btw opeisbaar. Deze btw is echter nog niet aftrekbaar bij de klant.

Gezien de praktische moeilijkheden van dit systeem heeft de administratie beslist deze maatregelen uit te stellen. Dit uitstel is gekomen in een Administratieve Beslissing.

  • Voor 2013 geldt er een overgangsperiode van 12 maanden waar nog de oude regels mogen toegepast worden.
  • Vanaf 1 januari 2014 moeten in principe de nieuwe regels effectief worden toegepast. Voor de leveranciers/dienstverrichters zou er wel nog een overgangsperiode voorzien worden voor wat betreft het uitreiken van facturen. De definitieve invulling van de toepasselijke regels zullen in de loop van 2013 worden bekend gemaakt door de administratie.
(Bron: Beslissing btw nr. E.T. 123.563 dd. 19.12.2012)

Terug

adfisc


02 01 2013 | Nieuwe facturatie–regels vanaf 01/01/2013

Uitreikingstermijn facturen

  • De factuur moet uiterlijk op de 15de kalenderdag van de maand volgend op de maand waarin de btw opeisbaar is geworden, uitgereikt worden.
  • Bij diensten is deze btw opeisbaar op het tijdstip dat de dienst wordt verricht.

Let wel : de maand van opname in de btw aangifte wijzigt niet. De factuur dient opgenomen te worden in de maand waarin de btw opeisbaar is geworden. Zo moet bijvoorbeeld een levering op 10 januari 2013 die gefactureerd wordt op 14 februari 2013 opgenomen worden in de aangifte over de handelingen van januari 2013.

Verplichte vermeldingen op uw factuur

  • De datum van tijdstip van levering/dienstprestatie of de datum van ontvangst van de prijs of een deel ervan, zelfs als deze gelijk is aan de factuurdatum.
  • Bij de levering van personenwagens hoeft het jaartal en het carrosseriemodel niet meer vermeld te worden.
(Bron: Beslissing btw nr. E.T. 123.563 dd. 19.12.2012)

Terug

adfisc

adfisc